donderdag 27 december 2018

Executieve functies – Route 4: Volgehouden aandacht

Route 4: Volgehouden aandacht
“Jouw gaspedaal – Om goed vooruit te komen, is het van belang dat je op het juiste moment gas geeft en op het juiste moment het gas kan loslaten. Dit betekent dat je altijd goed geconcentreerd moet zijn en dat valt nog niet mee!” (van Dasler, 2017)

Volgehouden aandacht is het vermogen om ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling je te kunnen blijven richten op een taak. Hoe gemakkelijk is het om even af te dwalen, even voor je uit te staren en je mee te laten varen op die oneindige stroom aan gedachten naar mooie oorden, vette games en andere fijne plekken in de geest.

In de methode Route 11 wordt de hoeveelheid aandacht die je hebt vergeleken met een benzinetank. In onze “tank” zit voor maar ongeveer 45 minuten brandstof.
Om je klas dus bij de les te houden, is het verstandig elke drie kwartier even een oefening te doen met de klas, ze een frisse neus te laten halen of een andere korte activiteit in te zetten.
Op bepaalde Finse scholen gaan de kinderen zelfs elke 45 minuten een kwartier naar buiten!

Ervaringen uit de praktijk
Kinderen houden vaak wel van wedstrijdelementen, zelfs als het een wedstrijdje met zichzelf is. Hier kun je gericht gebruik van maken wanneer een kind het lastig vindt om zich te focussen op het werk. 
Een aantal jaren geleden kreeg ik een leerling in de klas dat al op een aantal scholen had gezeten en een flinke rugzak vol ellende met zich meezeulde. Hij was zo beschadigd dat ik bij hem een compleet nieuw plan van aanpak moest bedenken om zijn vertrouwen te winnen en te herstellen in het naar school gaan. Dit plan bestond uit eerst intensief één op één met hem aan het werk wanneer de klas zelfstandig aan het werk was. Veel aanmoediging, samen stappen zetten, heel veel complimenten en af en toe een grapje hebben ervoor gezorgd dat ik zijn vertrouwen won. Toen kwam het moment dat ook hij met een weektaak aan de slag moest. Ik had er alle vertrouwen in dat ik hem zoveel zou krijgen dat hij dit uiteindelijk zelfstandig zou kunnen. De eerste weken hebben we nog steeds samen aan de instructietafel doorgebracht. “Wat moet ik eerst doen, juf? En daarna?” Samen plannen maken, hem vragen wat hij zelf het fijnst vond, na het werk samen kijken of het hem was bevallen of dat hij toch liever een andere manier wilde proberen. Het werkte.

Maar er waren ook nog voldoende momenten dat hij niet tot werken kwam, dat spoken uit het verleden langskwamen om hem uit zijn concentratie te halen, zijn onzekerheid te voeden. Op die momenten begon hij hele gesprekken over van alles en nog wat. Of staarde hij minutenlang uit het raam.
Juist deze leerling was erg gevoelig voor beloning en daar heb ik vaak gebruik van gemaakt. Wanneer hij bezig was met een spellingles, dan keken we eerst samen op de klok en spraken we af hoe lang hij dacht nodig te hebben voor een bepaalde les. Het lukte hem altijd het ver voor die tijd af te hebben en het compliment, de krul in zijn schrift en de high fivedie daarop volgde waren voor hem de beloning die hij nodig had om de volgende stap te kunnen zetten. Af en toe liet ik hem een rondje over het schoolplein rennen om zijn energie kwijt te kunnen en de frisse buitenlucht op te snuiven waar hij zo van houdt. 

Inmiddels is hij zover dat er niet veel meer voor nodig is om hem aan het werk te krijgen. Het is en blijft een dromer, maar met de juiste bewoording, af en toe een grapje en vrijheid binnen bepaalde kaders gaat hij nu als een speer!

Materiaal om mee te oefenen
Het leren volhouden van je aandacht is van groot belang. Trucjes die kunnen helpen om kinderen geconcentreerd te houden en aandachtig bezig te laten zijn met hun taak zijn onder anderen onzichtbare bewegingen (even wiebelen met de benen, je voeten stevig in de grond drukken, je vingertoppen een minuut lang op de tafel drukken, enz), maar ook de kinderen leren hoe ze hun taak in kleinere stukken kunnen verdelen. Na elk spellinglesje even een minuutje om je heen koekeloeren. Daarna verder met de volgende les. Na een rijtje sommen even doedelen in je tekenschrift…en weer door!

Je aandacht stevig focussen kun je ook oefenen door een foto van bijvoorbeeld een fiets op het bord te projecteren en de kinderen 2 minuten de tijd te geven om zoveel mogelijk details te tekenen van deze fiets. Wanneer ze zich laten afleiden, verliezen ze tijd en wordt de kans dat er een gedetailleerde tekening van een fiets op papier komt steeds kleiner. De tekening kan als herinnering een tijdje op tafel blijven liggen. Zo worden de kinderen er steeds aan herinnerd dat ze op dat moment in staat zijn geweest om hun aandacht te focussen.

Ook een leuke en nuttige oefening is die van het Woord op het Bord. Eens in de zoveel tijd schrijf ik een woord op het bord waaruit zoveel mogelijk andere woorden gemaakt moeten worden. Je mag alleen de letters gebruiken die er in het woord zitten.
Onlangs deed ik deze oefening met een korter woord en met maar één minuut aan tijd. De bedoeling was om uit het woord, binnen 60 seconden zoveel mogelijk woorden op te schrijven. Dat is een heuse klaar voor de start in combinatie met full focus.



Daarnaast is het van belang om gedurende de dag kinderen gericht complimenten te geven voor het meteen starten met hun werk of het geconcentreerd aan het werk zijn. Kinderen die nog dralen kun je op een positieve manier aanspreken ook aan het werk te gaan. Zo weten ze dat ze gezien worden en voelen ze zich serieus genomen.

Tenslotte is ook voor het oefenen van deze executieve functie weer een handig filmpje van Rechill. De oefeningen uit deze serie van Akwasi kunnen heel gemakkelijk tussendoor ingezet worden en nemen niet veel tijd in beslag, terwijl het ervoor zorgt dat kinderen zich weer beter kunnen richten op hun taken. Klik HIER voor het filmpje.


woensdag 12 december 2018

Scrummen in de klas – deel 2 - Hoe het bij mij in de klas in z’n werk gaat…

Vorige keer vertelde ik in DIT BLOG al wat de reden was dat ik met scrummen in de klas ben begonnen. In dit blog geef ik uitleg over hoe ik er in mijn klas mee werk.

Voorbereiding
Voor in mijn lokaal hangt een scrumbord waar de te behalen doelen op geschreven worden. Wanneer we met elkaar afspreken dat een doel een aantal keren behaald moet worden voordat het doel echt beklijft, staan er hokjes achter het doel. Elke keer dat het gelukt is het doel te behalen, zet de scrummaster een kruisje in een van de hokjes.
Op de ramen in de klas hangen drie grote vellen Engels karton. Op de eerste staat To Do…op de tweede staat …In Progress,en op de laatste staat Done!
De doelen die op het scrumbord geschreven staan, worden ook op een geeltje geschreven en verschuiven gedurende de weken van To Do, naar In Progress en wanneer het doel behaald is komt deze op het Done bord terecht.
Voor elk geeltje op het Done bord, verdient de klas 10 minuten feesttijd. Samen bekijken we in de week voor een vakantie hoeveel feesttijd we met elkaar verdiend hebben en wat we met die tijd gaan doen.



Starten
De allereerste scrumsessie heb ik zelf met de klas gedaan. Zo kreeg de klas een duidelijk beeld van het scrummen en had de scrummaster meteen een voorbeeld.
Het eerste doel waaraan ik wilde werken, was al snel duidelijk. Ik maakte me wat zorgen over het aankleden na de gymles. Veel kinderen zijn met van alles bezig tijdens het aankleden, behalve met dat wat op dat moment belangrijk is en dat is je sokken aan je voeten krijgen, je benen in de juiste broekspijpen steken en je shirt op de juiste manier over je hoofd zien te krijgen.
Het is me in het verleden vaker dan eens gebeurd dat ik lang stond te wachten op een klasje, terwijl ik telkens op mijn horloge keek en onderwijl aan het mopperen was dat het zo lang duurde. Dit leek me een uitgelezen kans om met de klas hier een afspraak over te maken.
Ik liet de klas hierover nadenken en ze kwamen met een prachtig doel:

-Na de gymles is iedereen binnen 5 minuten aangekleed en klaar om te vertrekken

Prachtig! Toen ik vroeg hoe vaak we dit doel moesten halen om er zeker van te zijn dat dit elke week opnieuw zou lukken, kwamen ze met elkaar tot de conclusie dat ze daar zeker vier keer voor nodig zouden hebben. Geweldig!
Het doel werd opgeschreven, vier vakjes werden erachter getekend, het doel kwam ook op een geeltje te staan en werd op het To Do bord gehangen. We zouden pas volgende week voor het eerst gym hebben, dus dan zou het doel naar het In Progress  bord verhuizen.
Lang verhaal kort…het lukte! Vier keer achter elkaar stonden de kinderen stuk voor stuk binnen 5 minuten klaar om te vertrekken. En zelfs toen het doel naar het Donebord verschoven was, lukte het ze om binnen 5 minuten klaar te staan.
Succeservaring nummer 1!

Daarna was het de beurt aan de scrummaster…

Scrumsessie in de praktijk
Elke twee weken starten wij de week met een scrumsessie. Dit houdt in dat mijn klas zachtjes met elkaar gaat kletsen, terwijl ik met mijn scrummaster in overleg ga. Ik geef bijvoorbeeld aan dat ik erachter ben gekomen dat de tafels nog niet door iedereen goed beheerst worden. Hier moest dus een plan voor komen. We besloten de klas een doel te laten verzinnen voor het leren van de tafels. Ik trok me terug, gaf mijn scrummaster een stapel geeltjes en liet hem zijn ding doen.

Scrummaster: “We gaan aan de slag met de tafels. Ik wil jullie vragen eerst een minuut lang zelf na te denken over een doel voor het leren van de tafels. Denk daarbij aan het leren van de losse tafels, maar ook aan de tafeltempo-toets. Na ongeveer een minuut mogen jullie in je groepje overleggen en na twee minuten vraag ik jullie wat jullie ideeën hierover zijn.”
De klas ging aan de slag…het was muisstil. De scrummaster had zelf ook zijn plek weer opgezocht en vertrouwde op mij om de tijd bij te houden. Na een minuut gaf ik hem een signaal en hij liet de klas weten dat het overlegmoment aangebroken was. Zachtjes overlegden de groepen met elkaar en je hoorde het enthousiaste gefluister wanneer een groep een doel had weten te formuleren.
Na weer twee minuten gaf ik opnieuw een signaal en de scrummaster nam zijn plek voor de klas weer in.
Een voor een ging hij de groepjes bij langs om te vragen welke doelen zij hadden geformuleerd. Ik schreef gretig mee.
Uiteindelijk stonden er tien doelen op mijn papier, de een makkelijker haalbaar dan de ander, maar het was duidelijk…de leerlingen hadden een behoorlijk goede kijk op dat wat zij nodig hebben.
De klas kreeg weer de opdracht zachtjes met elkaar te kletsen en de scrummaster en ik bogen ons over de genoemde doelen.
Hier, vond ik, had ik toch nog wel invloed, want een goed doel formuleren en kijk hebben op wat haalbaar is, en wat niet, is voor kinderen in het begin toch nog best lastig.
Samen met de scrummaster hebben we twee prachtige doelen geformuleerd op basis van de door de kinderen aangeleverde doelen:

-Iedereen kent aan het eind van volgende week tenminste 5 nieuwe tafels uit het hoofd
-Iedereen heeft bij de volgende tafeltempo-toets tenminste 50 sommen goed

SMART!
Duidelijk geformuleerde doelen, haalbaar, met een deadline. De kinderen wisten wat hun te doen stond.
De doelen werden voor in de klas op het scrumbord geschreven en tevens op een geeltje geschreven dat op het In Progressbord geplakt werd.
Er was werk aan de winkel…

zondag 9 december 2018

Executieve functies – Route 3: Taakinitiatie

Route 3: Taakinitiatie
“Kaar voor de start… - De stoplichten staan op rood. Alle auto’s staan met ronkende motoren in de rij te wachten op het startsignaal. Zodra de stoplichten op groen springen, racen de coureurs zo snel mogelijk naar de finish.” (van Dasler, 2017)

Je kent ze wel…de dromers die de helft van je verhaal niet hebben meegekregen, nog met hun tas in de hand bij de kapstok staan te dromen of hun werk nog niet voor zich op tafel hebben wanneer jij al lang het “Startschot” gegeven hebt. De rekkers die nog geen zin hebben om te beginnen, de ja-maarders die eerst nog een discussie met je aan willen gaan…

Soms moet je gewoon meteen starten en wordt er van je verwacht dat je ook op een bepaald moment weer klaar bent met je taken. 
Het vermogen om op tijd te starten met je taken heet taakinitiatie.
Taakinitiatie is het vermogen om zonder dralen (op tijd en op efficiënte wijze) met een taak (die we als vervelend of saai ervaren) te beginnen (uit: Slim maar… | Dawson & Guare).

Ervaringen uit de praktijkTaakinitiatie is zowel bij het starten van een opdracht, taak of werkje belangrijk, als ook bij het opruimen en afronden. Nog even die laatste som, nog even dat laatste woord intypen op de Ipad, nog even dat laatste level afronden.
In mijn klas heb ik aan beide kanten, zowel bij het starten als ook bij het afronden, dralers. Omdat deze vaardigheid vaak samen gaat met time-management en doelgerichtheid, helpt het vaak om de kinderen even de tijd te geven of een tijd met ze af te spreken. Om die reden tel ik vaak af tot het moment waarop iedereen aan de slag moet zijn of klaar moet zijn met opruimen.
Daarnaast kunnen tijdens het werken time-timers ingezet worden om zichtbaar te maken hoeveel tijd een leerling nog heeft. Of je kijkt samen naar de klok en overlegt met het kind hoeveel tijd het nodig denkt te hebben voor een taak. Je spreekt dan samen af hoe laat het af moet zijn. Dit geeft duidelijke kaders aan het kind. Een beloning wanneer het werk klaar is in de vorm van een tekening maken, een spelletje doen met de hele klas of iets dergelijks, kan ook motiveren.

Ik geeft tijdens het starten en afronden van de lessen ook gericht complimenten aan leerlingen die op tijd beginnen en binnen de tijd klaar zijn met opruimen. Ook dit motiveert anderen om vlot te starten met een taak en meteen op te ruimen wanneer hier het sein voor wordt gegeven.

Materiaal om mee te oefenen
Visualisatie oefeningen kunnen kinderen helpen om gerichter hun gedachten te sturen. Zo kunnen ze leren om afleidende gedachten te “parkeren” en zich op hun taak te richten.
Dit vergt veel tijd en oefening!

Er zijn leuke spelletjes die je kunt inzetten om dit te oefenen.
Labyrinth, the duel, waarbij puzzelstukken op de juiste plek geschoven moeten worden om de juiste weg te creëren. Je speelt tegen elkaar, dus als je niet op tijd begint, is de kans groot dat ze ander wint.
Ook Speed Cups kan hiervoor ingezet worden, evenals Vlotte Geesten. Koppie erbij, anders laat je de ander winnen!

In DIT filmpje van Tea Adema wordt op een prettige manier aan kinderen uitgelegd wat taakinitiatie inhoudt en waarom het belangrijk is.


En teslotte laat Akwasi zien hoe je meer energie kunt krijgen om toch zin te krijgen in een taak waar je eigenlijk niet zoveel zin in hebt. Dat doet hij met een aantal oefeningen en een mantra in het volgende filmpje….klik HIER.








zaterdag 1 december 2018

Leren-Leren

Eén van de leukste vakken die ik geef aan mijn klas met HB'ers is leren-leren. Het moment waarop je uitlegt wat het vak inhoudt, zorgt altijd voor mooie filosofische gesprekken over wat leren nou eigenlijk is en hoe je kunt leren als je nog niet weet hoe je moet leren en hoe je brein werkt.

In de afgelopen jaren heb ik zelf veel leuke lessen ontworpen voor het vak leren-leren. In eerste instantie maakte ik gebruik van alles wat ik kon vinden op internet, maar in de loop van de tijd merkte ik dat mijn leerlingen behoefte hadden aan specifieke zaken. Ik besloot mijn lessen aan te passen op dat waar zij het meest behoefte aan hadden; spellingcategorieën, werkwoordspelling, aantekeningen maken, samenvatten, tafels oefenen, rekenbegrippen begrijpen en kunnen toepassen, het metriek stelsel, ezelsbruggetjes bedenken en toepassen, enz

Mijn leren-leren lessen zijn altijd coöperatief en aangepast op de leerlingen, zelfs gedifferentieerd binnen de groep. Niet elke leerling werkt voor elk vak op hetzelfde niveau.
Ik maak vaak gebruik van Graphic Organizers om mijn lessen vorm te geven, maar laat ook veel uit de kinderen zelf komen. 

Voorbeelden van een aantal lessen:

Tafels oefenen is voor HB leerlingen niet vanzelfsprekend. Het automatiseren zit deze doelgroep vaak in de weg en om die reden beklijven de tafels niet of niet goed genoeg. 
De opdracht voor leren-leren met het onderwerp tafels was het zelf bedenken van een spel om de tafels mee te oefenen. 
Wanneer de leerlingen op deze manier aan het werk gaan, merk je dat de vrijheid die ze krijgen, het samenwerken en het eindproduct er samen voor zorgen dat ze met veel meer plezier beginnen aan het oefenen van (in dit geval) de tafels. 
De mooiste spellen werden bedacht; memory, bingo, een soort tafelvoetbal, vier op een rij en ga zo maar door.

Topografie is er ook zo één: "Waarom moeten we dat nou leren, juf? We hebben toch GPS?"
Ja, dat klopt...hoe ga je dat dan uitleggen?
Zelf vertel ik altijd dat het belangrijk is dat je kennis hebt van de wereld om je heen, dat je enigszins op de hoogte bent waar bepaalde plaatsen, landen en gebieden liggen, dat je weet hoe een landkaart eruit ziet, hoe een legenda werkt en -ook niet onbelangrijk- dat je leert stampen...iets waar je helaas ook tegenwoordig op het VO nog mee in aanraking komt.
De opdracht voor het oefenen van topografie was er één die beter uitpakte dan ik had verwacht.
Elk tweetal kreeg een kaart van een provincie uit Nederland of een land uit Europa. Eerst moesten ze kijken of ze er een bepaald figuur in konden herkennen. Dit werd dan getekend op een A3 papier. Op de foto zie je bijvoorbeeld dat Nederland getekend is als een haai (links, tweede van onderen) en België als een dino in het bos (midden onder).
Daarna moesten ze zoveel mogelijk feitjes en weetjes over het land of de provincie verzamelen en deze om de tekening heen schrijven. De belangrijkste plaatsen moesten worden aangegeven in de tekening, het liefst ook met een feitje of weetje erbij.




Posters, mindmaps, 5W+H vragen, filmpjes, Keynote presentaties, spelletjes...alles is een optie bij mijn vak leren-leren. Alles mag, alles kan, zolang het maar bijdraagt aan de ontwikkeling van mijn leerlingen.
Maar natuurlijk niet voordat er een Plan van Aanpak is geschreven, structureel wordt gevolgd, bijgeschaafd waar nodig en uitgevoerd, want leren-leren is uitermate geschikt om ook de executieve functies te trainen.
Daarover later meer!



zondag 25 november 2018

Executieve functies – Route 2: Emotie-regulatie

Route 2: Emotie-regulatie
“Onder de motorkap - Raak jij ook wel eens oververhit? Misschien omdat je boos wordt als iets niet lukt, of omdat je zo blij bent dat je op de bank staat te springen?” (van Dasler, 2017)

Wanneer je je eigen emoties niet goed onder controle hebt, kun je in veel lastige en vervelende situaties terecht komen. 
Angst kan je volledig lam leggen, zodat je niet tot actie overgaat. Boosheid kan oplopen tot woede, waarna je iemand een klap voor z’n kop geeft. Een groot gevoel van schaamte over het maken van fouten kan erin resulteren dat je sommige dingen niet eens gaat proberen. Andere mensen krijgen dan een beeld van jou dat misschien niet klopt met de werkelijkheid; ze denken dat je minder kunt dan je eigenlijk kan, ze denken dat je koppig bent en je eigen zin wilt doordrijven. Maar nog erger…bepaalde heftige emoties kunnen soms jouw talenten in de weg zitten!

De meeste kinderen die ik dagelijks meemaakt, hebben bijna allemaal wel op de een of andere manier te maken met een minder goed ontwikkelde emotie-regulatie. In veel gevallen ligt hier het niet-gezien-of-gehoord-zijn aan ten grondslag. Faalangst, bindings- of verlatingsangst, schaamte…vaak zijn dit de oorzaken van huil- of boze buien.

De meeste HB’ers hebben de cognitieve capaciteit om uit te groeien tot zeer creatieve, hardwerkende en gemotiveerde mensen. Echter, door onderontwikkelde executieve functies komt hun talent vaak niet tot bloei. Ze durven niet, raken geïrriteerd als dingen niet gaan zoals zij verwachten en kunnen soms hun boosheid niet goed bedwingen.
Emotie-regulatie is het vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren (uit: Slim maar… | Dawson & Guare). Je kunt je daarom voorstellen dat het leren beheersen van deze emoties, leren omgaan met teleurstelling en je zenuwen leren beheersen als je iets spannends moet doen, van groot belang zijn om krachtig in het leven te staan.

Ervaringen uit de praktijk
Nog niet zo lang geleden zag ik een van mijn leerlingen even vastlopen en zichzelf weer resetten. Dit meisje kwam ruim een jaar geleden bij mij in de klas, was erg verlegen, perfectionistisch en faalangstig. Bij het minste geringste barstte ze in tranen uit; omdat ze het niet snapte, omdat ze iets nog niet kon of omdat ze iets niet durfde.
In de tijd dat ze bij mij in de klas zit, heb ik vooral gefocust op haar zelfvertrouwen. Wanneer een keer een les niet af had, vroeg ik haar of ze hard had gewerkt. Wanneer het antwoorde ja was (en dat is meestal het geval), liet ik haar het werk inleveren en haalde mijn schouders op wanneer ze vroeg of het niet afgemaakt hoefde te worden. Ik probeerde haar te leren dat het niet erg is als je een keer je werk niet af hebt. Dat je niet doodgaat wanneer je iets niet weet en dat om hulp vragen je alleen maar verder kan helpen.

Onlangs gebeurde er iets waardoor ik zag dat ze grote stappen had gemaakt. De klas mocht samenwerken in tweetallen en ze mochten zelf weten met wie ze wilden samenwerken. De bollebozen stapten meteen op iemand af, zij bleef een beetje verloren om zich heen kijken. De tranen verschenen al in haar ogen, haar schouders stonden gespannen. Toen zag ik haar diep ademhalen, even zuchten en op een meisje afstappen dat van plan leek te zijn alleen aan de opdracht te beginnen. Op de vraag of ze samen konden werken, werd positief gereageerd en een blik van trots, blijdschap en ook een beetje opluchting gleed over haar gezicht. Ze had zichzelf herpakt, ze had een flinke stap buiten haar comfort zone gezet en ze had het voor elkaar gekregen om een samenwerkpartner te vinden.
Ik was apetrots! 

Materiaal om mee te oefenen
Voor deze tweede route maak ik in de klas graag gebruik van de serie ReChill met Akwasi. In korte filmpjes bespreek Akwasi de verschillende emoties en wat deze met je doen. Hij vraagt ook aan kinderen hoe zij bepaalde dingen ervaren.
Hij eindigt de aflevering vaak met een mantra of een oefening waarin je leert hoe je om kunt gaan met de verschillende emoties. 

Alle afleveringen zijn te vinden op schooltv.nl en zijn geschikt voor kinderen van 9 tot 12 jaar.

ReChill - Boosheid
Klik HIER voor de aflevering





Ook het boek van Stine Jensen (Alles wat is voel) is een aanrader!


zondag 18 november 2018

Scrummen in de klas – deel 1 – Hoe het allemaal begon...

Scrummen…wie heeft er niet van gehoord. Het schijnt nogal een hype te zijn in het bedrijfsleven en lijkt nu ook langzaam zijn weg te vinden binnen het onderwijs.
Ik werd enthousiast toen mijn vriendin, die directeur is op het SBO/SVO, vertelde wat ze daarmee bereikt met haar team. En als iets werkt in het team, dan heeft dat zijn weerslag op de leerlingen.

Dat scrummen maalde steeds maar door mijn hoofd. Kon ik mijn klas niet ook als een team beschouwen? Kon ik de scrum niet ook inzetten om dit team te laten groeien? Wij zijn een hechte club samen en hebben aan het begin van het schooljaar ook samen de regels en afspraken opgesteld. Op die manier creëren we met elkaar een prettige, veilige en gezellige sfeer in de klas, waardoor de kinderen tot leren komen. Dat is niet enkel mijn verantwoordelijkheid als leerkracht, maar ook die van de kinderen. 
Na het opstellen van de regels, print ik ze uit, plak ze op een groot vel gekleurd papier. Vervolgens nodig ik elk kind uit ze te ondertekenen. Dan kan het groepsvorming proces beginnen.

Dit jaar zou voor mij een iets ander jaar worden en heel eerlijk…ik was een beetje bang. Ik zou dit jaar voor de derde keer hetzelfde kind in de klas krijgen. We hebben de afgelopen twee jaren samen hard gewerkt, veel bereikt en elkaars vertrouwen gewonnen. Ik had er dus wel heel veel zin in…ik wist alleen niet zeker of dat ook voor hem zou gelden. Hij zou namelijk een extra jaar op de basisschool blijven, omdat hij op zijn vorige school een behoorlijke achterstand op heeft gelopen. Die was hij nu als een malle aan het inhalen, maar een extra jaar zou hem de kans bieden echt alle hiaten weg te werken.

Ik heb mijn hoofd er meermaals over gebroken…hoe zou ik hem ook dit jaar weer gemotiveerd en gedreven houden om te leren…iets wat voor hem niet als vanzelfsprekend was gegaan. Deze jongen heeft hard moeten werken, vertrouwen moeten krijgen in het naar school gaan en geloven in zijn eigen capaciteiten. Ik wilde dit alles bij hem versterken. Terwijl ik me verdiepte in het principe van scrummen, viel het kwartje…ik had mijn scrummaster gevonden. Over al het andere moest ik nog nadenken, maar dit was zo klaar als een klontje! Mijn lieve, leerbare, voor-het-derde-jaar-bij-mij-in-de-klas-leerling had deze positie verdiend en het zou hem helpen gemotiveerd en gedreven te blijven. 

Ik ben mezelf steeds meer gaan verdiepen in het scrummen. Hoe zou ik de scrum in kunnen zetten in de klas? Zou ik dat aandurven? De controle loslaten en het leerproces meer laten sturen door de leerlingen? Ik ben inmiddels een aantal weken bezig met de scrum en ik heb nog heel veel te leren, maar ik zie nu al dat het werkt. Ik heb geen idee of ik het precies zo doe als in het bedrijfsleven, maar mijn manier lijkt te werken…

Hoe het bij mij in de klas werkt, vertel ik graag in een later blog. 
Volgende week eerst een blog over de tweede route van Route 11 (executieve functies).


zondag 11 november 2018

Executieve functies - Route 1: Reactie-inhibitie

Route 1: Reactie inhibitie 
“Je rempedaal - Op tijd remmen is in het verkeer heel belangrijk. Zo sta je op tijd stil en voorkom je ongelukken. Wanneer je deelneemt aan het verkeer, zal je goed moeten weten wanneer je wordt geacht op de rem te trappen.” (van Dasler, 2017)

Veel HB kinderen hebben een hoofd vol ideeën en slaan als een malle aan het associëren wanneer er iets gezegd wordt of wanneer ze iets zien. De focus op hun werk houden is dan lastig, jezelf inhouden om meteen eruit te floepen wat je vindt en voelt is soms zelf onmogelijk! Dat idee vliegt als vanzelf je hoofd uit, het antwoord is al door de klas gevlogen nog voor de anderen de kans kregen hun vinger op te steken en die vraag op het puntje van je tong val er zomaar vanaf, ook al heeft de juf gezegd dat je eerst goed moet luisteren.

Het vergt van een kind dat het snel leert reageren, maar wel eerst keurt of het echt het juiste moment is om te reageren. In sneltreinvaart worden STOP, DENK, KIES, DOE en KEUR uitgevoerd. 

De vaardigheid die in dit geval ontbreekt is het inhouden van je reactie en eerst te denken alvorens je iets doet. Dit noem je ook wel reactie-inhibitie.

In mijn klas hangt een poster met de woorden STOP, DENK, KIES, DOE en KEUR. De bedoeling van deze poster is dat leerlingen deze stappen één voor één zetten en goed na leren denken voor ze tot actie overgaan.
Stop, tel even tot 10. Denk na wat er van je wordt verwacht en hoe je een probleem op kunt lossen. Kies welke strategie op dat moment handig is. Ga er dan mee aan de slag en bekijk achteraf hoe deze oplossing uitpakte. 



Verhaal uit de praktijk
Wij hebben iedere dag wel een keer te maken met een gevalletje "oh-ja-mijn-rempadaal". Dit zijn waardevolle momenten om leerlingen actief betrokken te krijgen bij de ontwikkeling van hun EF's. Ze balen van hun gedrag, voelen zich schuldig en willen het graag oplossen. 
Zo ook de leerling die we hier Fred zullen noemen. Fred zit in groep 8 bij mijn collega Luke van Akkeren, die hierover het volgende schrijft:

Bij de start van het schooljaar ga ik met elke leerling in mijn groep oplossingsgericht in gesprek. Wat gaat er goed? Wat kun je al? Wat wil je nog leren dit jaar? Wat heb je nodig? Wie kunnen daarbij helpen? Et cetera. Op die manier kun je samen gericht een plan maken, waarbij het kind zelf eigenaar is van zijn leerproces. Met één leerling van mijn leerlingen (laten we hem Fred noemen) ontstond het volgende gesprek.

Na een flinke lijst met dingen genoemd te hebben die goed gaan en waarin hij grote stappen heeft gemaakt, komen we bij de vraag wat hij nog nodig heeft dit jaar. 
"Tja meester, soms gedraag ik me gewoon als een complete idioot, en dat zit me dan in de weg?"
"Wat bedoel je daarmee, Fred? Wat doe je dan precies?" 
"Dan roep ik door de klas, of ga ik door met het klooien bij iemand die stop gezegd heeft. Ik ben bang dat ik daarmee problemen krijg op het voortgezet onderwijs"
Na doorvragen en het bespreken van twee voorbeeldsituaties, kwam Fred tot het volgende inzicht: "Ik zou willen dat ik mijn rem kan vinden op die momenten zodat ik die situaties kan voorkomen" 

Het was deze boodschap van Fred die mij de noodzaak van het oefenen met deze executieve functie nog meer in deed zien. Verscheidene onderzoeken ondersteunen de woorden van Fred. Iemands succes op school, op het werk en in zijn latere leven, wordt meer bepaald door de mate van reactie inhibitie dan factoren als intelligentie. 

Materiaal om mee te oefenen
Speciaal voor het trainen van de EF’s hebben we in de klas een aantal spelletjes die de kinderen op een prettige manier vaardig maken in de verschillende EF’s.
Voor het oefenen van reactie-inhibitie maak ik regelmatig gebruik van Halli Galli en Speed Cups. Hierbij moet een opdracht uitgevoerd worden en als je dit goed hebt gedaan, mag je op een belletje slaan. Doe je dit goed, dan verdien je kaarten. Druk je op het verkeerde moment dan verlies je kaarten. Je moet er dus echt zeker van zijn dat je de opdracht goed hebt uitgevoerd voordat je kunt bellen.
Omdat dit in de veilige omgeving van hun eigen klas gebeurt, kunnen kinderen hierbij vaak goed tegen hun verlies en zetten ze de stappen ook bewust in. Ze weten wat er van ze verwacht wordt en ze weten ook waar ze het voor doen.

Verder zijn er op internet talloze filmpjes te vinden die goed uitleggen hoe bepaalde EF's werken en hoe deze getraind kunnen worden.
In dit blog wil ik er graag twee met jullie delen. De eerste is zeer geschikt om met de klas te bekijken wanneer je bezig gaat met de EF reactie-inhibitie.







Het volgende filmpje spreekt voor zich. Veel kijkplezier!







Tenslotte... 
Leren remmen in het verkeer is van groot belang om ervoor te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren. Dit begrijpen kinderen en snappen daarom ook hoe belangrijk het is dat ze ook hun eigen rempedaal goed leren bedienen.

maandag 5 november 2018

Executieve functies – Route 11: Inleiding

Waar we in het (HB) onderwijs steeds meer achter komen, is het belang van goed ontwikkelde executieve functies; de vaardigheden die je nodig hebt om tot leren te komen. Hier werd in het verleden vaak te weinig aandacht aan besteed en dat leidde bij veel leerlingen tot problemen, niet alleen op school maar ook in hun dagelijks leven. 

Bij ons op de afdeling voor voltijds HB onderwijs maken we inmiddels gebruik van de methode Route 11, ontwikkeld door Hanneke van Dasler, in samenwerking met Evelijn Pereira.
In deze methode worden de verschillende executieve functies systematisch aangeboden, waardoor kinderen hun gedrag zelf leren te reguleren. Ze krijgen meer inzicht in hun eigen kunnen en hun eigen aandeel in het hebben van succeservaringen.
Uit de inleiding van de Route 11 wegwijzer voor leerkrachten:
“Kinderen ervaren daardoor meer autonomie, een hoger competentiegevoel en meer zelfcontrole over hun leerproces en –product, wat een voorwaarde is om tot talentontwikkeling te komen.” (van Dasler, 2017) 

Alle lessen worden gekoppeld aan een onderdeel van een auto of iets anders dat met auto’s te maken heeft. Door deze vergelijking te maken, spreekt iedereen dezelfde taal en begrijpen de kinderen wat er bedoeld wordt wanneer de leerkracht zegt: “Denk aan je rempedaal (reactie-inhibitie)”. Eerst denken, dan doen. 




Het is voor kinderen van groot belang om inzicht te krijgen in de dingen die ze al goed kunnen, maar ook de dingen waar ze nog wel wat hulp bij kunnen gebruiken. Omdat de methode op een hele positieve manier alle executieve functies bij langs gaat en je als leerkracht ook vrij bent om ze op een leuke manier met je klas te oefenen, worden kinderen zich sneller bewust van hun talenten en hun valkuilen. De talenten worden uitvergroot, de valkuilen aangepakt door middel van leuke opdrachten. Het ontwikkelen van een groeiende mindset wordt op deze manier enorm gestimuleerd. 

In de komende weken zal ik regelmatig een blog plaatsen waarin ik telkens één van de EF’s beschrijft. Hierin zal ik mijn ervaring, die van mijn collega's, oefeningen en spelletjes die ik met de klas deed beschrijven en dit, waar mogelijk, aanvullen met foto’s.


woensdag 31 oktober 2018

Vreemde HB eend in de bijt

Mag ik even mopperen...?

"Kunnen die kinderen niet gewoon meedoen?"
"Kunnen die kinderen zich niet gewoon gedragen op het schoolplein?"
"Wat zijn ze toch bijdehand!"
"Allemaal vreemde eenden, die HB'ers."
"Ja hoor...die hoogbegaafde moeten het weer anders doen...*zucht*"

Ik heb het mooiste beroep van de wereld. Althans...dat vind ik. Elke dag 22 pracht exemplaren van kinderen begeleiden in hun groei en ontwikkeling.
Nu na een aantal jaren kan ik als HB leerkracht pas een beetje voelen hoe deze kinderen zich gevoeld moeten hebben in een reguliere klas. Al die vooroordelen en negatieve opmerkingen...ze komen me zo langzamerhand de keel uit.
We werken ons een slag in de rondte om ervoor te zorgen dat ook deze kinderen het goed doen. Dat is hard werken, maar levert wel ontzettend veel voldoening op.
Echter...veel mensen (die van "doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg", je kent ze wel...) zitten stikvol vooroordelen en schromen niet deze ongevraagd te ventileren.

En het is vechten tegen de bierkaai, want juist zij die 0,0 verstand hebben van hoogbegaafdheid en ook absoluut niet de moeite nemen er iets over te leren of zich erin te verdiepen, hebben het hoogste woord als het gaat over deze doelgroep.
Of nog erger...mensen die hier en daar een cursusje hebben gedaan, een workshopje hebben gevolg,  wel eens een boek hebben gelezen over HB, wel eens gewerkt hebben in een plusklasje en dan zichzelf een HB specialist durven te noemen, maar in de praktijk niet uit de voeten kunnen met dit type kind en de struggles daarmee volledig bij de kinderen leggen...tja...iets met een klepel en een klok.

Nou, lieve mensen! Ik geloof in HB onderwijs, ik geloof in mijn leerlingen en ik weet hoe ze denken en reageren. Ik weet wat zij nodig hebben en ik zie elke dag wat mijn handelen doet met deze kinderen. Ik zie ze opbloeien, zelfvertrouwen krijgen, uit de diepste dalen die je je maar kunt voorstellen omhoog kruipen en tot leren komen (want NEE, als HB'er behaal je niet als vanzelfsprekend alleen maar A scores!!!).
Dus F*%$#ck al die vooroordelen (pardon my French) en de focus vanaf nu alleen nog maar op mijn schatjes en ons onderwijs.

En als er weer iemand komt met de standaard vooroordelen over HB'ers of andere domsnoetterij.... dan haal ik even diep adem, zet een glimlach op mijn gezicht, draai me om en loop weg.
Ik stop mijn energie liever in zaken die er echt toe doen.







maandag 27 augustus 2018

Lekker veel vakantie?

Op het moment dat ik dit blog schrijf, is de helft van de zomervakantie alweer voorbij. Dat betekent dat er nog een even zo lange periode van genieten, ontspannen en leuke dingen doen voor me ligt. Wat heb ik al veel leuke dingen gedaan en wat staat er nog veel leuks op de planning.
Ondertussen kriebelt het ook weer om aan het werk te gaan en regelmatig vliegen er ideeën door mijn hoofd over dingen die ik met de kinderen wil gaan ondernemen, doelen die ik met ze wil bereiken en wat al niet meer.
Onlangs had ik een gesprek met een vriendin over de vakanties van leerkrachten. Hoe lekker het wel niet was dat je zoveel vakantie had als leerkracht, was het oordeel. Ja, dat klopt. Het is heerlijk om in blokken van ongeveer 7 weken te werken en dan een weekje vrij te hebben. En dan hebben we het nog niet eens over de zomervakantie!
Een vaker gehoorde uitspraak is dan ook dat wij leerkrachten toch wel erg veel vakantie hebben. Dat wij afgelopen jaar staakten vanwege de hoge werkdruk werd niet door iedereen begrepen. Hoezo werkdruk? Je hebt 12 weken in een jaar vrij!

De reden waarom wij, leerkrachten, echter RECHT hebben op die 12 weken vakantie …daar wil ik het in dit blog graag over hebben.

Iedereen met een fulltimebaan (40 uur) heeft recht op zo’n 4 weken vakantie in een jaar. Dat betekent dat leerkrachten nog eens 8 weken “extra” vakantie hebben. Ja, dat lijkt inderdaad erg veel. Maar toen ik eens ging rekenen, kwam ik tot de conclusie dat het eigenlijk heel logisch is.

Als ik voor mezelf mag spreken, ik maak regelmatig werkweken van 50 uur. Ik hoef er in principe maar 40 te werken, maar het werk dat ik doe is niet weg te zetten binnen een “9 tot 5” kader. Veel van de lessen die ik geef, ontwerp ik zelf. Ik ben daarvoor regelmatig uren aan het struinen op internet en in boeken naar kennis en inspiratie. Daarnaast werk ik met een zeer intensieve en kwetsbare groep kinderen waarvan ik er een aantal toch regelmatig “mee naar huis” neem. Om diezelfde reden voer ik geregeld oudergesprekken buiten de daarvoor vastgelegde momenten om.
Kortom, de 40-urige werkweek gaat in veel gevallen niet op voor mij.
Als je ervan uitgaat dat ik zo’n 10 overuren per week maak (om en nabij), kom je op 400 overuren in een schooljaar (40 weken x 10 overuren). Van die 400 overuren kun je nog 10 fulltime werkweken maken en dat verklaart die 8 weken “extra” vakantie dus. Daarmee zijn, zoals je ziet, nog niet eens alle overuren vergoed. Gelukkig is mijn werk mijn passie en geniet ik erg van alles wat ik voor mijn leerlingen kan doen.
Maar als ik ooit nog iemand hoor zeggen dat wij het als leerkrachten wel lekker voor elkaar hebben met al die weken vakantie, dan heb ik nu het rekensommetje klaar om uit te kunnen leggen hoe de vork nou echt in de steel zit.






zondag 15 april 2018

Filosoferen kun je leren - Het belang van filosofie

 Met mijn klas filosofeer ik elke week over zeer uiteenlopende onderwerpen. Soms passend bij de thema's die we behandelen, soms passend bij iets dat speelt in de wereld.
Filosoferen is niet gewoon leuk en interessant. Filosofie heeft een heel duidelijk doel. Het is belangrijk om je leerlingen uit te kunnen leggen wat het nut van filosoferen is.

Wanneer ik start met filosofie is mijn boodschap altijd: "Je bent welkom om deel te nemen aan deze les, mits je bereid bent naar anderen te luisteren, hun standpunten aan te horen en te proberen het ook van hun kant te bekijken als je het oneens bent met elkaar. Maar het belangrijkste is dat je respectvol omgaat met alles wat er tijdens deze les gezegd wordt."
Kinderen nemen deze boodschap heel serieus. Filosofie maakt iets bij ze los en hier willen ze graag aan deelnemen.

Filosofie kan uit heel veel verschillende vraagstukken bestaan. Zo kun je vragen naar een mening over het ontstaan van de wereld, over een aangenomen wet of  iets wel of niet goed of fout is.
De mooiste lessen ontstaan wanneer leerlingen merken dat er niet slechts één antwoord mogelijk is. Met name HB kinderen zijn zo gewend aan het zoeken naar een antwoord of een oplossing, dat het dan wel even wennen is als dat een keer niet het doel is van een les. Want wat is het antwoord op de vraag: "Mag je een iemand die pest ook pesten?" of "Als je sorry zegt tegen iemand, maar jij meent het niet echt, terwijl de ander wel denkt dat je het meent...geldt het dan ook?" 

Leuk...en interessant....maar wat is nou het doel?
Voor mij was het al vrij snel duidelijk wat ik wilde bereiken met het geven van filosofie aan onze doelgroep; het leren vormen van een goed onderbouwde mening, het durven uiten hiervan en de mening van anderen in overweging te nemen. 
Maar daarnaast hebben mijn overwegend starre-rigide-alles-moet-bewezen-worden-en-ik-ben-opzoek-naar-slechts-één-antwoord-leerlingen het ook nodig om te leren dat in de wereld niet alles op te lossen is met slechts één antwoord. Dat er mensen zijn in de wereld die anders denken dan zij.
Flexibiliteit is hierbij van groot belang. Als leerkracht wil ik kinderen bewust maken van denkbeelden en denkwijzen van anderen. Proberen om iets vanuit een ander perspectief te bekijken en van daaruit na te gaan of hun mening veranderd is of dat ze, wellicht vol begrip voor de ander, nog steeds staan voor hun eerdere mening.

Waar moet je beginnen?
Er is ontzettend veel aanbod op het gebied van filosoferen met kinderen. Hieronder zal ik een aantal boeken, websites en andere tips geven.
Het helpt onze kinderen na te denken over de wereld en hoe zij hier zelf in staan. Het helpt onze kinderen zich te verplaatsen in de gedachtengang van anderen en hoe ze hiermee om kunnen gaan. Het maakt ze sterker en weerbaarder. 

Ik sluit dit blog af met een prachtig citaat van Ian Gilbert waarmee in één klap duidelijk wordt gemaakt waarom het van belang is om te filosoferen:
We are living is an age in which facts don't count, certainly no longer exists and complexity means we never quite know what just happened, let alone what will happen next. To better prepare ourselves for such a world, we need a brain workout that isn't so much about finding answers as getting our heads around questions.


Boeken, websites en andere tips
De vliegende papa's - B. Heesen
Filosofie voor kids (serie met verschillende delen) - O. Brenifier
Lieve Stine, weet jij het? - Stine Jensen
The book of thunks - Ian Gilbert

Dus ik ben jr - Te vinden op Uitzending gemist (NPO).

Thunks (intypen bij Google afbeeldingen): Bijzondere vragen waar geen goed of fout antwoord op te geven is.














donderdag 29 maart 2018

Het recht om te herstellen



Vandaag las ik een prachtig stuk over herstelrecht, geschreven door Ivo Mijland. Ik was blij om te kunnen reageren op zijn verhaal dat wij als HB afdeling ook werken met dit principe. 

Op de PA leer je dat je als leerkracht duidelijk en consequent moet zijn. Als beginnende leerkracht is het nog niet altijd duidelijk hoe je daar vorm aan moet geven en welke manier goed bij je past. Ik heb op de PA geen onderwijs gehad in herstellend opereren met mijn leerlingen. Als ik dat daar al had geleerd, had ik meteen met iets aan de slag kunnen gaan waar ik als persoon en als leerkracht volledig achter sta.
Het werkt namelijk! 
Dit is mijn ervaring met herstelrecht in de klas...

Wanneer je het schooljaar start, ga je samen met je leerlingen spreken over je verwachtingen van dit schooljaar. Niet alleen die van jou als leerkracht, maar ook zeker die van de leerlingen. Wat wil je leren, welke doelen ga je stellen en hoe hoop je die te kunnen gaan behalen?
En dan de belangrijkste vraag...wat heb jij nodig van jezelf, je klas en je leerkracht om dat te kunnen bereiken? Aan de hand daarvan stel ik altijd samen met de groep de klassenregels  op.
Je hebt er als leerkracht altijd al een paar in je hoofd en verrassend genoeg komen die vaak wel ter spraken; we gaan respectvol met elkaar op, we doen altijd ons uiterste best, we zorgen ervoor dat iedereen veilig is en zich veilig voelt, we zorgen dat iedereen rustig kan werken, enzovoorts.

Wanneer de regels opgesteld zijn en ondertekend door de gehele groep, "high-fiven" we elkaar en roepen vrolijk: "Wij vormen samen deze groep en gaan er een fantastische jaar van maken!"
De regels worden duidelijk zichtbaar in de klas opgehangen. 
We ondernemen groepsvormende activiteiten en bouwen structureel aan onze groep en proberen er een hechte club van te maken (al mogen binnen een groep prima sub-groepjes bestaan en ontstaan).
Iedereen hoort erbij, maakt deel uit van deze fijne groep en draagt hieraan bij met een variatie aan talenten die binnen de groep ingezet kunnen worden.
In de weken die volgen verkennen we als klas de talenten van de groep en hangen ook deze duidelijk zichtbaar op in de klas.

Vervolgens moet er natuurlijk ook gesproken worden over de consequenties van het breken van de groepsregels.
Wat nu als iemand zich hier niet aan houdt? Iedereen hoort bij de groep, maar wat als iemand een ander niet respecteert of ervoor zorgt dat het even niet veilig is in de klas of op het schoolplein?

Bij ons is de afspraak dat als een kind ervoor kiest zich niet aan de regels te houden, deze zichzelf buiten de groep plaats en tijdelijk niet bij de groep hoort. Je bent zelf verantwoordelijk voor het naleven van de regels en houd je je er niet aan, dan kies je daar zelf voor en schaad je het vertrouwen van de klasgenoten en je leerkracht.
Op zo'n moment gaat de betreffende leerling ook echt even uit de klas. Hij hoort  op dat moment niet bij de groep.

Maar elk kind heeft vervolgens ook het RECHT om zijn fouten te herstellen. De tijd die het buiten de klas doorbrengt is om weer even tot zichzelf te komen en na te denken over de actie en de gevolgen daarvan. Is er één kind de dupe geworden van het negatieve gedrag, dan moet er een herstellende actie plaatsvinden richting dit kind. Maar soms is er een grotere groep of zelfs de gehele klas er de dupe van en zal de leerling wat uitgebreider zijn excuses moeten maken.

Er is een prachtige poster te vinden op internet waarop staat:


Dit begrijpt elk kind!

Volgens de herstelrechtkaartjes (ECHO/J. Ruigrok) spreken wij conflicten uit. Wat is er gebeurd, hoe voelde jij je toen, wie heeft er nog meer last van gehad, enz. De laatste vraag is altijd "hoe kan het weer goedgemaakt worden?"
Vaak hebben kinderen daar zelf een prachtige oplossing voor. 

Enkele voorbeelden uit mijn groep;
-hulp aan de klas tijdens bepaalde lessen waar het kind dat zich buiten de groep heeft geplaatst heel goed in is
-een mooi schilderij maken voor de klas
-een stuk spelen op de piano voor de klas
-iets nieuws kopen voor een kind waarvan iets stuk gemaakt is
-samen een spelletje spelen in de pauze om het goed te maken

...en zo zijn er nog veel meer mooie oplossingen te bedenken.
Dat kunnen de kinderen overigens heel goed zelf!

Elk kind kan een keer buiten de boot vallen. Het heeft een keer z'n dag niet, er speelt iets in het gezin of noem maar iets. Dat geeft een kind nooit het recht om de regels te breken! Maar elk kind heeft wel het recht om dit vervolgens weer te herstellen. Daarmee laat het zien dat het bereid is zijn fouten toe te geven en het weer goed te maken en erin te investeren het vertrouwen van zijn klasgenoten (en leerkracht) terug te winnen.

Herstelrecht...bouwen aan eenheid, vertrouwen en een veilig klimaat binnen je groep. Het werkt echt!

Meer informatie is te vinden op DEZE website.