zondag 29 september 2019

Uitdaging 7 – De uitdaging van het wegwerken van hiaten

Veel hoogbegaafde kinderen krijgen ergens in hun schoolloopbaan te maken met hiaten in hun kennis. Vaak wordt niet begrepen waarom juist deze getalenteerde kinderen meer hiaten (kunnen) hebben dan hun leeftijdsgenoten. Tijl Koendrink geeft daarop in zijn boek De 7 uitdagingen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen het volgende antwoord:

“[…] door hun weinig gestructureerde manier van leren, hun snel afgeleid zijn, het geringe gebruik van hun geheugen bij het leren via begrip in plaats van herhaalde oefeningen, is veel kennis slecht verankerd en geborgd. Te slecht om automatisch te gebruiken.” (Koendrink, 2012)

Je kunt het talent hebben en de juiste inzet, maar wanneer je niet de juiste strategieën toepast, zullen je resultaten niet voldoende zijn. Dit wordt alleen maar erger naarmate de leerstof ingewikkelder wordt en je meer en meer terug moet vallen op de basiskennis, die in dit geval niet verankerd ligt in het geheugen.

Talent X Inzet X Strategie = Resultaat



Voorbeeld uit de praktijk
Om hiaten op te sporen, maak ik gebruik van doortoetsen voorafgaand aan het schooljaar. Voor rekenen en spelling neem ik een didactisch onderzoek af en op basis van een foutenanalyse bekijk ik waar nog kennis ontbreekt. Ik blijf daarbij niet focussen alleen op de kennis uit het leerjaar waarin de leerling zit, maar toets net zolang door tot voor mij echt duidelijk is waar het ontbreekt aan kennis en strategie. Op basis van die informatie kun je gericht met een leerling aan het werk. 

Daarnaast neem ik methodetoetsen af voorafgaand aan het blok waar ze bij horen. Ook dan krijg je inzicht in wat de leerling al weet (en waar je dus minder aandacht aan hoeft te besteden) en waar het nog hulp bij nodig heeft. 

Ook gesprekken met de leerling zijn van groot belang.? Geeft feedback, feedforward, maar stel ook veel vragen? Waar loopt de leerling tegenaan? Wanneer ging het wel goed? Wat heeft de leerling toen gedaan?
Door samen te onderzoeken wat de leerling nodig heeft, voelt de leerling zich serieus genomen en krijgt het meer vertrouwen in zijn eigen kunnen.

Belangrijk is ook om met deze leerling duidelijke afspraken te maken en eerlijk te zijn over het belang van zijn eigen inzet. De leerling moet zelf aan de bak! 

Doelen zichtbaar maken
Het belang van doelen bespreken en zichtbaar in de klas ophangen of opschrijven is bekend. Maar helaas doet nog lang niet elke leerkracht dit. Vooral hoogbegaafde leerlingen hebben er baat bij te weten wat ze doen en waarom ze dit moeten doen. Wat is het doel? Wat is het belang van deze sommen of deze opdrachten? What’s in it for me?

Daarnaast is het ook belangrijk om de leerlingen zelf materiaal te laten ontwikkelen waarmee ze zich de kennis en vaardigheden eigen kunnen maken. Ik heb al vaker genoemd dat het maken van een tafelspel leuk is om de tafels te oefenen. Wanneer het van de kinderen zelf is, zullen ze er sneller mee oefenen. Dat draagt bij aan hun motivatie en dat is misschien wel het meest belangrijke van al!

Leren Leren
Juist hoogbegaafde leerlingen hebben veel baat bij begeleiding op het gebied van leren leren. Hoe leer je teksten, hoe leer je samenvattingen te maken, structuur aan te brengen in alles wat je moet leren en op welke manier maak je de verbindingen in je brein sterk?

Over leren leren schreef ik eerder al een blog die je HIER (https://hbonderwijs.blogspot.com/2018/01/leren-leren.html) kunt vinden.

ReChill
Een paar fijne ReChill filpjes die kunnen helpen


zondag 15 september 2019

Uitdaging 6 – De uitdaging van het zelfstandig werken

Wie kent ze niet? De leerling die om de haverklap bij je tafel staat met een vraag en niet zelf tot werken komt als je niet 24/7 tot zijn beschikking staat.
Dit type leerling heeft een constante externe aansturing nodig om tot werken te komen. Maar de leerkracht heeft niet altijd de tijd om te helpen en is uiteindelijk ook niet altijd aanwezig om de leerling te helpen. 

Leerlingen hebben goede studievaardigheden nodig om te werken te kunnen komen en succes te hebben bij het studeren. Hierbij zijn goed ontwikkelde executieve functies van groot belang, evenals het leren toepassen van de juiste strategieën voor het oplossen van problemen.  

Tijl Koederink beschrijft 5 niveaus van zelfstandigheid in zijn boek De 7 uitdagingen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen.Op welk niveau een leerling ook opereert, het is altijd van belang om voldoende inhoudelijk sterke complimenten te geven. Complimenteer doorzettingsvermogen, taakinitiatie, flexibiliteit. Ook bij kinderen die al heel zelfstandig kunnen werken. Dit fungeert altijd als een voorbeeld voor kinderen die dit (nog) niet kunnen of doen.

De kinderen die niet of nauwelijks zelfstandig aan het werk komen, moeten stap voor stap begeleid worden in het proces naar zelfstandig worden. Scaffolding is daarvoor een prima aanpak.

Scaffolding
“Scaffolding is een aanpak die leerlingen zelfstandiger laat leren, doordat een leraar zin interventies aan de (groei van de) leerling aanpast en de intensiteit van de begeleiding geleidelijk afbouwt. Dat maakt dat de autonomie van de leerling toeneemt met een positief effect op het leren zelf” (Voerman & Faber, 2018 | Van de Pol, Volman & Beishuizen, 2010)

De weg naar zelfstandigheid moet goed begeleid worden. Bij de ene leerling intensiever dan bij de andere, maar elke leerling heeft op een bepaald moment sturing nodig vanuit de leerkracht. Het doel is hierbij altijd om de leerling actief en gemotiveerd te maken en houden. In Didactisch Coachen (Voerman & Faber, 2018) worden daarvoor de volgende procesgerichte interventies genoemd:

-het stellen van denkstimulerende vragen die bevorderlijk zijn voor het leerproces en feedback mogelijk maakt. 
Je kunt daarbij denken aan vragen over de inhoud van een taak (wat vind je van deze opdracht?), over wat een leerling nodig heeft om tot werken te kunnen komen en op welke manier omgegaan kan worden met tegenslag tijdens het werken aan een taak.

-het geven van effectieve feedback die het leren positief beïnvloedt
Het is van belang om feedback te geven op het antwoord dat de leerling geeft. Zorg er daarbij voor dat je feedback positief en opbouwend is. Je kunt feedback geven op doorzettingsvermogen, strategieën die een leerling toepast, doelgerichtheid en ga zo maar door.


-het beperkt geven van aanwijzingen
De uitdaging hierbij is om je aanwijzingen zo te formuleren dat je de leerling precies genoeg aanreikt, zonder te veel voor te zeggen. Dat vergt balanceren op het randje van de zone van de naaste ontwikkeling van je leerling. Hiervoor moet je je leerling dus goed kennen en dat zal in het begin een zoektocht zijn. Investeer in observaties en gesprekken met je leerlingen om ze beter te leren kennen. Hoe beter jij je leerlingen kent, hoe bewuster jij je bent van hun talenten en hun valkuilen, hoe beter je het proces van scaffolding met ze aan kunt gaan.

-en dit alles op zowel de dimensie van de taak (inhoud, strategie) als op de dimensie van de lerende persoon (modus/leerstand en de persoonlijke kwaliteiten)

Voorbeeld uit de praktijk
Ooit kwam er een leerling bij me in de klas, een schrijnend geval van niet gezien, gehoord en begrepen worden. Resultaat…een totaal gedemotiveerd kind, dat alleen maar gehoord had hoe vervelend het was. Hij had een fikse leerachterstand en het zou heel wat tijd en energie kosten om hem weer met plezier naar school te krijgen, laat staan die achterstand in te halen.

De eerste weken heeft hij dagelijks naast mij aan de instructietafel gezeten. Ik plande tijd in om met hem aan het werk te gaan. Maar ook tijdens de instructies aan andere leerlingen zat hij naast mij. Hij was niet in staat om zelf te werken te komen. Ik moest hem telkens weer op gang helpen.

We hebben veel leuke en gezellige gesprekken gevoerd. Ik heb geïnvesteerd in hem als mens, geluisterd naar waar zijn hartje sneller van ging kloppen en complimenten gegeven op alles waar ik maar een compliment voor kon geven.
Zijn ogen gingen elke week een beetje meer stralen. We hebben zoveel plezier gehad samen.

En toen ik dacht dat hij er klaar voor was, liet ik hem een beetje vrijer. We hadden samen ontdekt dat hij rekenen leuk vond en goed begreep. We spraken af dat hij dat vanaf nu aan zijn eigen tafel zou gaan maken en dat hij weer naast me kon komen zitten als het af was, zodat we het samen na konden kijken. Dat werkte als een tierelier!
Daarnaast mocht hij elke 20 minuten vijf minuten doodlen in zijn tekenschrift, iets waar hij erg van genoot.

Spelling, taal en lezen was een ander verhaal. Door hier heel bewust afspraken met hem over te maken, hem zelf te vragen hoeveel hij op een dag aankon, samen naar de klok kijken en leuke uitdagingen te verzinnen, kwam ook op dat gebied na verloop van tijd schot in de zaak. 
We maakten afspraken, momenten waarop hij tijd met mij alleen had. Op de andere momenten zou hij zelfstandig aan het werk en mocht hij net als alle anderen zijn vragenkaartje in de antwoordengenerator (voor uitgestelde aandacht) zetten. Ik zou hem dan vanzelf bij me roepen om zijn vraag te beantwoorden.

De investering was het meer dan waard! Los van het feit dat ik zelf onwijs veel geleerd heb van deze leerling, heeft hij het voor elkaar dat hij dit jaar is gestart in een havo/vwo-brugklas en er keihard voor wil gaan.
Dat zijn de parels waarvoor je heel ver voor wilt gaan!

Materiaal om mee te oefenen
Oefenen met uitgestelde aandacht doe ik elke dag. Dit vergt wel een degelijke voorbereiding en duidelijk afspraken met de leerlingen.
Zelf werk ik met een weektaak, een planborg, voldoende extra werk waar de kinderen mee aan het werk kunnen als ze vastlopen en de antwoordengenerator.



Deze generator is een uitvinding van mijn collega Martin van Delden en is niets anders dan een houten blokje met gleuven waar kaartjes in gezet kunnen worden. Elke leerling heeft een kaartje met zijn/haar naam erop. Deze kaartjes zijn de sleutel tot het verkrijgen van een antwoord. Wanneer een leerling een vraag heeft, kan het kaartje in het eerstvolgende lege gleufje gezet worden. De kaartjes worden op volgorde afgehandeld en het kind dat aan de beurt is, komt bij je aan de instructietafel zitten. Samen bespreek je de vraag van de leerling. 

Voor hoogbegaafde leerlingen is dit een fantastisch systeem, want het is duidelijk dat je de leerkracht niet zomaar tussendoor kunt storen en je dus zelf iets anders moet kiezen om te gaan doen en het gaat eerlijk op volgorde van binnenkomst van de kaartjes.

Al het extra werk dat er op de taak staat, moet aan het eind van de week klaar zijn, dus leren mijn leerlingen dat ze verstandig om moeten gaan met de tijd die ze hebben voor hun werk. Als je dus niet uit een opdracht komt en je moet wachten tot je leerkracht tijd voor je heeft, is het verstandig je tijd te investeren in het maken van extra werk.

Tenslotte zijn hier nog drie fijne Rechill fimpjes: DEZE gaat over je vervelen, DEZE gaat over als je ergens geen zin in hebt en DEZE gaat over zelfvertrouwen.

zondag 8 september 2019

Executieve functies - Route 10 Doorzettingsvermogen

“Wanneer je met de auto onderweg bent, heb je meestal een duidelijke bestemming voor ogen; je weet waar je heen wilt. Je kiest de kortste of snelste route naar je bestemming zonder allerlei zijpaden in te slaan. Als je bestemming ver weg gelegen is, zal het je misschien veel tijd en energie kosten om je doel te bereiken” (van Dasler, 2017)

Doelgericht doorzettingsvermogen is het vermogen om voor jezelf een doel te stellen en dit doel te halen zonder afgeleid te worden door andere behoeften. (van Dasler, 2017)
Er zijn regelmatig dingen in je leven die je volledige aandacht nodig hebben, zaken waar je je goed op moet concentreren en die veel training of voorbereiding van je vergen. 
Veel mensen vinden het lastig om dit doel voor ogen te houden en hiervoor te gaan. Voor volwassenen is dit vaak gemakkelijker dan voor jongeren en kinderen. Die kunnen daar wel wat hulp bij gebruiken dus.

Het SLO schrijft dat doorzettingsvermogen de vaardigheid is die het laatst van alle executieve vaardigheden tot ontwikkeling komt. Wel kun je er al vroeg mee oefenen om het te stimuleren. Stel samen met je leerlingen doelen, beloon behaalde doelen en bespreek hoe het doel behaald werd en hoe het voelt dat het gelukt is.

Scrummen
Al eerder schreef ik een aantal blogs over scrummen in de klas.
Zelf ben ik ontzettend enthousiast over deze manier van werken aan doelen. Wanneer je met de klas een aantal doelen stelt en daarover afspraken maakt en het samen viert wanneer een doel behaald is…dat stimuleert en motiveert om ook een volgend doel te behalen.

Wanneer je dit met de klas doet, stimuleer je daarmee ook dat kinderen uiteindelijk doelen die ze voor zichzelf stellen gemakkelijker zullen behalen.

De blogs over Scrummen die ik schreef vind je HIER, HIER en HIER.

Vaste denkhouding versus groeiende denkhouding
Sommige leerlingen zijn ervan overtuigd dat ze vast zitten en toch niets kunnen leren. Het is van belang om deze leerlingen uit te leggen hoe het groeiende denkvermogen werkt. Van Dasler schrijft daarover het volgende:

Je denkhouding is je tot gewoonte geworden manier van denken, die een gevolg is van je karakter, je overtuigingen, je omgeving enz.
Als je ervan overtuigd bent dat je iets niet kan, heb je een vaste denkhouding. Met een vaste denkhouding belemmer je jezelf om je verder te ontwikkelen. Omdat je niet wil dat anderen doorhebben dat je iets niet kan,

·      Ga je uitdagingen uit de weg
·      Geef je bij tegenslag snel op
·      Ben je geneigd inspanning nutteloos te vinden
·      Negeer je nuttige opmerkingen van anderen
·      Ervaar je succes van andere vaak als bedreigend
Je laat kansen liggen en gaat dus ver onder je kunnen presteren.

Als je er echter van overtuigd bent dat alles te leren valt, heb je een groeiende denkhouding. Omdat je gelooft dat je hersenen in staat zijn te groeien en sterker te worden, zul je juist graag willen leren en

·      Vind je uitdagingen leuk en spannend
·      Zet je bij tegenslag juist extra goed door omdat je weet dat het uiteindelijk zal lukken
·      Accepteer je dat inspanning nodig is om je einddoel te behalen
·      Probeer je te leen van kritische opmerkingen van anderen
·      Ervaar je succes van anderen als inspiratiebron om zelf goede resultaten te behalen.

Bespreek ook met je leerlingen hoe beperkende gedachten omgebogen kunnen worden tot groeiende gedachten. 

Ik kan het niet – wordt – ik kan het NOG niet
Ik durf het niet – wordt – ik vind het eng, maar probeer het toch

Hierbij kun je ook gebruikmaken van het OMDENK-spel. De kaarten uit dit spel helpen je om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken en er op een andere manier over na te denken.


Materiaal om mee te oefenen
Veel spelletjes die eerder al aan bod kwamen in mijn blogs over Route 11 zijn ook zeer geschikt voor het oefenen met doorzetten. Kijk daarvoor op mijn BLOGSPOT

Dan tenslotte nog een aantal filmpjes die goed zijn om te bekijken met de klas.


ReChill als je een keuze moet maken 


ReChill zelfvertrouwen