maandag 5 november 2018

Executieve functies – Route 11: Inleiding

Waar we in het (HB) onderwijs steeds meer achter komen, is het belang van goed ontwikkelde executieve functies; de vaardigheden die je nodig hebt om tot leren te komen. Hier werd in het verleden vaak te weinig aandacht aan besteed en dat leidde bij veel leerlingen tot problemen, niet alleen op school maar ook in hun dagelijks leven. 

Bij ons op de afdeling voor voltijds HB onderwijs maken we inmiddels gebruik van de methode Route 11, ontwikkeld door Hanneke van Dasler, in samenwerking met Evelijn Pereira.
In deze methode worden de verschillende executieve functies systematisch aangeboden, waardoor kinderen hun gedrag zelf leren te reguleren. Ze krijgen meer inzicht in hun eigen kunnen en hun eigen aandeel in het hebben van succeservaringen.
Uit de inleiding van de Route 11 wegwijzer voor leerkrachten:
“Kinderen ervaren daardoor meer autonomie, een hoger competentiegevoel en meer zelfcontrole over hun leerproces en –product, wat een voorwaarde is om tot talentontwikkeling te komen.” (van Dasler, 2017) 

Alle lessen worden gekoppeld aan een onderdeel van een auto of iets anders dat met auto’s te maken heeft. Door deze vergelijking te maken, spreekt iedereen dezelfde taal en begrijpen de kinderen wat er bedoeld wordt wanneer de leerkracht zegt: “Denk aan je rempedaal (reactie-inhibitie)”. Eerst denken, dan doen. 




Het is voor kinderen van groot belang om inzicht te krijgen in de dingen die ze al goed kunnen, maar ook de dingen waar ze nog wel wat hulp bij kunnen gebruiken. Omdat de methode op een hele positieve manier alle executieve functies bij langs gaat en je als leerkracht ook vrij bent om ze op een leuke manier met je klas te oefenen, worden kinderen zich sneller bewust van hun talenten en hun valkuilen. De talenten worden uitvergroot, de valkuilen aangepakt door middel van leuke opdrachten. Het ontwikkelen van een groeiende mindset wordt op deze manier enorm gestimuleerd. 

In de komende weken zal ik regelmatig een blog plaatsen waarin ik telkens één van de EF’s beschrijft. Hierin zal ik mijn ervaring, die van mijn collega's, oefeningen en spelletjes die ik met de klas deed beschrijven en dit, waar mogelijk, aanvullen met foto’s.


1 opmerking:

  1. Manda, bedankt, heel tof! Misschien mag ik een aanvulling doen. De executieve functies kunnen op twee niveaus beschreven worden: vanuit de functies (het cognitieve niveau). Dit verwijst naar wat een kind aan mogelijkheden heeft. En vanuit de vaardigheden (het gedragsniveau). Dit verwijst naar wat het kind daar daadwerkelijk mee kan doen. Executieve functies spelen zich vooral 'in het hoofd' af, maar dit heeft vervolgens invloed op het gedrag van het kind. Dit zijn de executieve functies op gedragsniveau. In ons dagelijks leven nemen wij vooral de executieve functies op gedragsniveau waar. Dit (zichtbare) gedrag is mede afhankelijk van de input vanuit de omgeving. Route11 doet een beroep op het sturingsmechanisme (EF), dat wij gebruiken bij nieuw en onbekend gedrag (in de klas). De manier hoe jullie als leerkrachten Route11 vormgeven is super leuk te volgen! Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen.

    BeantwoordenVerwijderen